Maandag 31 maart.
Daar zit ik dan weer, in een bus zonder airco waar, doordat de ramen open staan rood stof naar binnen waait. Om me heen zitten 4 toeristen en nog 7 Maleisische mensen.
Ik staar met muziek in m’n oren naar buiten en zie door de palmbomen heen af en toe de blauwe zee verschijnen.
De bus rijdt gestaag over verharde wegen richting het zuiden, weg van de Perhentians, weg van het paradijselijke eiland met de blauwe zee en haar witte strand. Het is een geweldige plek om uit te rusten en om ’s avonds bij een dagelijks terugkerend kampvuur een biertje te drinken. Echter laat het eiland ook de wonden van het toerisme zien door drijvend afval in de zee, bergen blikjes en flessen achter strandbarretjes en dood koraal.
(Geschreven in de bus)
Woensdag 2 april.
Via de provinciehoofdstad Kuala Terengganu ben ik nu aangekomen in Cherating, een kustplaatsje waar weinig toerisme te zien is, het seizoen is tenslotte net begonnen. Hier verblijf ik nog zo’n 2 dagen en reis dan weer terug naar de Perhentians. Kuala Terengganu (KT) is een redelijk grote moslimstad waar ik mijn draai niet kon vinden en dus 3 uur gereisd heb om hier aan te komen. Misschien kwam het omdat het contrast met de eilanden enorm was. Weinig verkoeling door de vele gebouwen, weinig beleving op straat en weinig bezienswaardigheden. Ik had er weinig zin in.
Nu slaap ik vanavond in een houten hutje en zal vanavond een boottocht maken op een rivier om ziljoen vuurvliegjes te zien. Ik ben benieuwd.
Hier wat foto’s van afgelopen dagen in KT en zojuist gemaakte foto’s op de terugweg van het strand.
Hoi lieve Rik!
Leuk om te lezen wat je doet, wat je ziet en hoe goed het voelt! Wilde je laten weten dat ik je super stoer vind en een beetje jaloers op je lef! Have fun and take care! Kus