Aan al het mooie komt een eind. Zo ook aan onze tijd op Nusa Lembongan. De plek waar Rianne en ik langer verbleven dan we vooraf hadden gepland was meer dan we hadden mogen hopen. En dat was niet voor niets.
De ongeveer enige en tevens leukste manier om je over het eiland te bewegen is per scooter (zoals op veel plekken in Azië). Omdat wegen over het algemeen slecht worden onderhouden is het een soort spelletje om gaten en diepe kuilen te ontwijken. Exciting!
Naast wat scooters zijn er nauwelijks andere vervoersmiddelen te vinden op het eiland. Rijden is dus ontspannend (zoals op niet veel plekken in Azië).
Tijdens het rijden ruik je constant de geur van zeewier wat ze aan het drogen zijn. Dus als je binnenkort weer eens sushi gaat eten bij de “all you can eat” op de hoek, bedenk dan dat de nori, met die lekkere structuur, in haar droogtijd op de kant behoorlijk stonk.
Ondanks de aroma die zo af en toe je neusvleugels passeert is het eiland fantastisch. Naast heerlijk eten met uitzicht op de vulkaan van Bali hebben we onze dagen gevuld met o.a. kanoën door het mangrovebos en snorkelen met reuzenmanta’s. Op de boot naar deze spot wordt je beloond met prachtige kliffen, kraakhelder water en vliegen de witkraagijsvogels je om de oren.
Nu verblijven we voor de laatste dagen samen op Bali. Zodra Rianne weer terug is naar Nederland vertrek ik verder om nog enkele weken door Indonesië te reizen. Op zoek naar nieuwe avonturen die ik alleen of met nog onbekende mensen zal delen.